1. Een plantenrijk dieet: vegetarisch - vegan

3 - Good health and well-being

3 - Good health and well-being

Verzeker een goede gezondheid en promoot welvaart voor alle leeftijden

“Gezondheid is essentieel voor duurzame ontwikkeling”, stellen de Verenigde Naties. Doel drie gaat over gezondheid en welzijn voor iedereen van jong tot oud. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie daalde het kindersterftecijfer in 2015 met 53 procent ten opzichte van 1990. Toch sterven er elk jaar nog steeds zes miljoen kinderen voor hun vijfde levensjaar. Het merendeel van deze kinderen wonen in Azië en sub-Sahara Afrika. Vier van de vijf kinderen die voor hun vijfde levensjaar overlijden komen uit deze regio’s. Moedersterfte is in 2015 ten opzichte van 1990 met 44 procent gedaald, aldus de Wereldgezondheidsorganisatie. Maar ook hier kunnen nog stappen worden gezet. Moedersterfte is in ontwikkelingslanden nog steeds 14 keer hoger dan in ontwikkelde landen.

Moedersterfte
In 2030 moet het moedersterftecijfer minder zijn dan 70 per 100.000 levendgeborenen. Ook moet het sterftecijfer van kinderen onder vijf jaar oud wereldwijd tenminste worden teruggedrongen tot 25 per 1000 levendgeborenen.

Gezondheid
Daarnaast moet er in 2030 een einde komen aan epidemieën zoals HIV/aids, tuberculose, malaria en andere tropische ziekten. Om dit te bereiken moet er meer aandacht komen voor onderzoek naar vaccins en medicijnen. In de targets van dit derde doel staat ook beschreven dat er meer aandacht uit moet gaan naar het voorkomen en het behandelen van drugsverslavingen en alcoholmisbruik. En het aantal verkeersdoden moet in 2020 al gehalveerd zijn.

Seksuele rechten
In dit doel wordt ook meer aandacht besteed aan seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. Seksuele en reproductieve gezondheidszorg moet in 2030 voor iedereen toegankelijk zijn. Ook moet er betere informatie beschikbaar komen over voortplanting en gezinsplanning, zodat iedereen goed geïnformeerde, eigen keuzes kan maken.

12 - Responsible consumption and production

12 - Responsible consumption and production

Verzeker duurzame consumptie- en productiepatronen

Zorg voor duurzaam beheer en efficiënt gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Het produceren van onze goederen moet met het oog op de groeiende wereldbevolking veel handiger: ‘meer produceren met minder’.

Vervuilende energiebronnen
Zo moet het gebruik van vervuilende energiebronnen teruggeschroefd, want ondanks de technologische vooruitgang zullen OECD-landen naar schatting nog 35 procent meer energie verbruiken in 2020.

We moeten zorgen dat het kleine percentage aan drinkwater dat er is – maar drie procent van de wereldwatervoorraad is zoet water – minder vaak vervuild en verspild wordt.

Voedselproductie
Op het gebied van voedselproductie moet de verdeling beter. Terwijl er bijna 800 miljoen mensen honger hebben, is er in sommige delen van de wereld juist te veel (ongezond) eten, wat zorgt voor hart- en vaatziekten. Naar schatting haalt ongeveer een derde van wat de wereld produceert aan voedsel, ons bord niet. Het doel is om in 2030 voedselverspilling gehalveerd te hebben.

Groene levensstijl
Onze productie moet schoner: het doel is om chemicaliën en ander afval in de lucht, water en bodem te verminderen. De bedoeling is om in de hele keten bewust te maken van de problemen en te laten meehelpen bij de oplossingen. Van boer tot supermarkt, tot gemeentes, waterbedrijven en uiteindelijk de consument: zorg dat iedereen voldoende informatie heeft over een groene levensstijl.

13 - Climate action

13 - Climate action

Neem dringend actie om klimaatverandering en haar impact te bestrijden

Ieder land op ieder continent heeft te maken met klimaatverandering. De opwarming van de aarde heeft nu al invloed op het dagelijks leven en het inkomen van miljoenen mensen wereldwijd en dat zal in de toekomst alleen maar toenemen. 

Extreme omstandigheden
Droogte, overstromingen en extreme stormen komen vaker voor door klimaatverandering. Broeikasgassen die wij uitstoten zorgen ervoor dat de temperatuur op aarde snel stijgt. Dit zorgt ervoor dat het Poolijs smelt en het zeeniveau stijgt. Arme mensen die nu al het meest kwetsbaar zijn, krijgen het eerst met de gevolgen te maken. Vaak zijn zij afhankelijk van landbouw in gebieden die gevoelig zijn voor extreme omstandigheden.

Onder de twee graden
In december werd in Parijs een klimaatakkoord gesloten waarbij landen afgesproken hebben om de opwarming van de aarde onder de twee graden te houden. Hiervoor moeten broeikasgassen fors teruggedrongen worden en moeten fossiele energiebronnen vervangen worden door duurzame energie. Verder is het belangrijk dat met name ontwikkelingslanden maatregelen kunnen nemen om zich te wapenen tegen de gevolgen van klimaatverandering.

14 - Life below water

14 - Life below water

Behoud en maak duurzaam gebruik van de oceanen, de zeeën en de maritieme hulpbronnen

Oceanen zijn met hun temperatuur, hun stromingen en hun onderzeese leven de motor van mondiale systemen die de aarde bewoonbaar maken voor mensen. Ze bedekken drie kwart van het aardoppervlak. Ons drinkwater, ons weer, klimaat, de kusten, veel van ons eten en zelfs de lucht die we inademen zijn afhankelijk van de zee.

Activiteit op zee
Oceanen en zeeën absorberen 30 procent van de totale CO2, en het fytoplankton zorgt voor 50 procent van onze zuurstof. Door de eeuwen heen zijn oceanen en zeeën cruciaal gebleven voor handel en transport. De huidige waarde van economische activiteit op zee wordt geschat op 3 tot 6 biljoen dollar. Nu nog dragen oceanen en zeeën 90 procent van al het transport, en via onderzeese kabels 95 procent van de mondiale telecommunicatie. Visserij en aquacultuur verschaffen voor 4,3 miljard mensen ruim 15 procent van hun dierlijke eiwitconsumptie.  

Zonder zorgvuldig beheer van deze essentiële mondiale hulpbron is er geen duurzame toekomst mogelijk.

15 - Life on land

15 - Life on land

Bescherm, herstel en bevorder het duurzaam gebruik van ecosystemen, beheer bossen duurzaam, bestrijd woestijnvorming en landdegradatie en draai het terug en roep het verlies aan biodiversiteit een halt toe

Bossen bedekken 30 procent van het landoppervlak van de aarde. Naast dat ze belangrijk zijn voor de voedselveiligheid en het bieden van onderdak, zijn ze ook essentieel voor het vechten tegen klimaatverandering, het beschermen van de biodiversiteit en vormen ze het leefgebied van inheemse bevolkingsgroepen. We verliezen jaarlijks 13 miljoen hectare bos, terwijl de landaantasting zorgt voor woestijnvorming van 3,6 miljard hectare aan land.  

Ontbossing
Ontbossing en verwoestijning – veroorzaakt door de mens en klimmaatverandering – vormen enorme uitdagingen voor duurzame ontwikkeling en tasten de levens van miljoenen mensen aan in hun strijd tegen armoede. Er wordt actie ondernomen om de bossen te beheren en de verwoestijning aan te vechten. 

Zo moet in 2020 de ontbossing zijn gestopt en moet bebossing wereldwijd toenemen. In datzelfde jaar moeten zoetwater- en aardse ecosystemen beschermd worden, met name bossen, moerassen, berggebieden en steppen. In 2030 moet de woestijnvorming tegen worden gegaan. 

Om de vraag naar vlees op de wereld te stillen voeden wij wereldwijd circa 60 miljard dieren op vele manieren. Deze dieren gebruiken direct en indirect ongeveer zo’n 50% van de op de wereld beschikbare landbouwgrond.
De veehouderij is volgens conservatieve ramingen verantwoordelijk voor bijna 15% van de jaarlijkse uitstoot van broeikasgassen; gedetailleerde berekeningen van directe en indirecte uitstoot komen uit op meer dan 50%.
In een baanbrekend onderzoek uit 2016 van de University of Oxford kwam naar voren dat als de gehele wereldbevolking tussen nu (2016) en 2050 zou overstappen op een plantaardig dieet de uitstoot van broeikasgassen met 70% omlaag gaat bij een veganistisch dieet en met 63% bij een vegetarisch dieet.

Een plantenrijk dieet zou dus de druk op de schaarse landbouwgrond reduceren en de vaak daarmee samenhangende reden van ontbossing.
Dit is mede te verklaren door de voederconversie. Kippen hebben 4,3 gram planteneiwit nodig om 1 gram dierlijk eiwit te produceren. Bij varkens is die conversie 11,9 gram en voor runderen is zelfs 25,6 gram plantaardig eiwit voordat er 1 gram dierlijk eiwit wordt verkregen. Dit is een duidelijk voorbeeld waarom het zo belangrijk is om een plantenrijk dieet te volgen om zo mee te helpen aan de eiwittransitie (SDG 12).

Een plantenrijk dieet zal naast de bovengenoemde reductie van broeikasgassen (SDG 13) en de vermindering van druk op landbouwgrond (SDG 12) en ontbossing (SDG 15) ook een positieve bijdrage leveren aan vermindering van chronische welvaartsziekten in de westerse wereld (SDG 3) en verbetering van oppervlaktewaterkwaliteit door minder stikstof en minder dode waterzones (SDG 14).

Als laatste willen we aangeven dat een plantenrijk dieet gemiddeld genomen ook een positieve bijdrage zal leveren aan voorkoming van misstanden met dieren. Dit zal met een veganistisch dieet waarbij helemaal geen dierlijke bestanddelen gegeten worden nog beter tot zijn recht komen dan bij een vegetarisch dieet, waar het nuttigen van melk, kaas en eieren nog wel geoorloofd is.

Opmerking wat betreft vegetarisch: het Nederlandse Voedingscentrum adviseert op hun website bij het kopje ‘duurzaam eten’ dat het gunstig is voor je gezondheid om dagelijks enkele porties zuivel te nemen, zoals ca. 300 - 450 ml melk/yoghurt en zo’n 40 gram kaas, meer is niet nodig. Daarnaast fungeert ei als één van de mogelijke vervangers voor het eten van rood en bewerkt vlees.